Op dinsdag 15 augustus 2017 heeft Stichting Arjati in samenwerking met Woonzorgcentrum Raffy in Breda de jaarlijkse herdenking van de capitulatie van Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indie georganiseerd.

Meer dan tweehonderd belangstellenden woonden de plechtigheid bij; uit respect voor de slachtoffers van de oorlog en van de Bersiap-periode droegen zij de melati.

Naast de toespraken van de burgemeester van Breda en anderen sprak Jos Banse onderstaand gedicht voor, dat hij schreef naar aanleiding van de postume uitreiking van het Oorlogs Mobilisatiekruis aan zijn opa A.R.G.E. Verstift, die in Japanse krijgsgevangenschap is omgekomen.

 

 

Opa Verstift

Kun je van iemand houden, die je niet hebt gekend?

Moeilijk te zeggen

En misschien zelfs onmogelijk om uit te leggen.

Je kunt alleen voor jezelf spreken, dat ben je gewend

Omdat je eigenlijk alleen maar weet wie je zelf bent.

 

De opa die nooit in mijn leven is geweest

Niets in memo’s of brieven waarover je van hem leest.

Niet in verhalen door mijn ouders verteld

Of in belevenissen en ervaringen door anderen gemeld.

 

Mondjesmaat krijg je dingen te weten

Over hoe hij een deel van zijn leven heeft gesleten.

Uiteraard niets over zijn jonge jaren, immers iedereen die hem toen heeft gekend

Is reeds weggevallen en kan daar niets meer over verklaren.

 

Een ongetwijfeld mooie tijd in dat verre land

Waarin een gezin werd gesticht en werd gebouwd aan een leven op stand

Een leven vol voorspoed, rijkdom, welvaart en geluk

Van de een op de andere dag zo plotseling en volledig stuk.

 

Door de oorlog gescheiden van familie

En wars van elke vorm van affectie

Gedwongen aan boord van een zogeheten ‘hellship’

Begon hij onwetend over zijn lot aan zijn allerlaatste trip.

 

Ontberingen op de Grote Oceaan

Waarbij je door het vage schijnsel van de immer vergezellende maan

De hoogste golven moest aanschouwen

Die het schip in de flanken raakten en er voor zorgden dat het gedaan was met je vertrouwen.

 

Vertrouwen in een goede afloop

En veilig weer voet aan vaste wal

Ondertussen afzien door ondervoeding, kou, angst en vernedering

En het laatste stukje verzet en waardigheid dat de Jap van je stal.

 

Vervolgens dan toch de aankomst in Nagasaki in het land van de bezetter

Waar je bij het ontschepen weer geconfronteerd werd met het nodige wapengekletter

Geslagen met en geraakt door stok, gesel, bajonet of mes moest je door de menigte lopen,

Jezelf klein maken en snel bewegen

Om jezelf in veiligheid te brengen met zo weinig mogelijk verwondingen, mocht je hopen.

 

Dan het transport per trein, kabelbaan en te voet

Waarbij je vaak je ogen neerslaat en soms zelfs dicht doet

Om zodoende niets mee te krijgen van de mooie omgeving

Omdat je, ook al is het maat voor even,

Wilt ontsnappen aan de werkelijke beleving.

 

Tenslotte de aankomst hoog in de bergen

Waar de zware lichamelijke arbeid veel van je krachten zou vergen

De schamele, eenzijdige en ongezonde voeding

Het ontbreken van elke medische verzorging, een pleister of bandage tegen een bloeding

Dikwijls op sterven na dood

Soms wensend en wetend dat slechts het sterven de enige verlichting bood.

 

Toch doorgaan en overleven onder erbarmelijke omstandigheden

In de winter barre kou en het gemis van schoeisel

Waardoor je je tegen deze factoren niet kon kleden.

In de zomer extreem hoge temperaturen

Die er voor zorgden dat de dagen en pijnen nog langer leken te duren.

Geen beschutting, geen afleiding of verkoeling

Lijden en werken was de Jap zijn bedoeling.

 

Dan dat noodlottige ongeval op 18 maart

Een mijn instorting waarbij ernstig letsel je niet bleef bespaard.

Verwondingen uiteindelijk leidend tot je dood

Waarna de Schepper je bij zich ontbood.

 

Nu zoveel jaren later en na twee generaties

Ben ik nog steeds op zoek naar antwoorden, duidelijkheden en associaties.

Hoe komt het dat we zo weinig over de levens en gevoelens

van onze ouders en grootouders weten?

Is het – vergeef me mijn woorden –

Die verdomde typische Indische eigenschap die zo in ons is gesleten?

Een erfenis die we met ons meedragen

Tot in lengte van onze levensdagen?

 

Die geslotenheid, die terughoudendheid, niet willen of kunnen praten

Over pijnlijke of verdrietige gebeurtenissen

Om zodoende je naasten pijn te besparen

Die je zelf zo graag zou willen missen

En die je onzichtbaarheid, kwetsbaarheid en trots verklaren?

 

Anderzijds ontbreekt bij ons de moed on naar dingen te vragen

Omdat je niet wilt dat ze opnieuw de pijn moeten verdragen

Terug te gaan naar herinneringen vol pijn en verdriet

Over bijvoorbeeld het mooie land en het leven dat men daar noodgedwongen achter liet.

 

Ik weet dat niet vragen en dus ook geen pijn willen doen

Allemaal voortkomt uit liefde en houden van

Maar toch wordt het tijd voor het doorbreken van de ban.

 

Zonder dwang, maar met tact, gevoel, liefde en tederheid

Kom je veel te weten over de levens van je dierbaren

En raakt het leven van je voorouders niet in vergetelheid.

 

Kun je van iemand houden, die je niet hebt gekend?

Moeilijk te zeggen

En misschien zelfs onmogelijk om uit te leggen

Het diepste respect en de meeste achting lijken in dit geval het hoogste goed

Maar houden van

Is datgene wat het in stand houden van herinneringen doet.

 

Als Indo’s opperhoofden zouden hebben

Dan zouden we Opa niet beter kunnen eren

Dan te stellen dat zijn hoofd getooid zou zijn

Met de meeste en de mooiste veren.

 

Dordrecht, 9 december 2017

Jos Banse

 

Share This